Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Klachten zoeken > Klachten overzicht > Ziekte van Parkinson

Inhoud

Ziekte van Parkinson

Wat is ziekte van parkinson?

De ziekte van Parkinson is een ziekte van de hersenen.

Sommige hersencellen werken niet goed meer en gaan kapot. Daardoor werken de hersenen steeds een beetje minder goed.

Daardoor gaat bewegen moeilijker. En veel andere dingen kunnen ook steeds minder goed gaan, zoals denken, plassen, slikken, schrijven, praten of slapen.

Bij de ziekte van Parkinson sterven er langzaam steeds meer hersencellen. Dit zijn de cellen die dopamine maken. Met dopamine geven hersencellen boodschappen door aan andere hersencellen. Door te weinig dopamine gebeurt dat niet goed meer.
Ook andere hersencellen en stoffen in de hersenen werken minder goed.

Het is niet bekend waardoor de hersencellen die dopamine maken afsterven. Dit is wel bekend:

  • Oudere mensen hebben het vaker dan jongere mensen.
  • Het kan iets erfelijks zijn. Vooral bij jonge mensen met de ziekte van Parkinson. In de genen zit dan een fout die ervoor zorgt dat de cellen in de hersenen sterven.
  • Het komt misschien door giftige stoffen. Bijvoorbeeld landbouw-gif. Of vieze lucht van fabrieken. Dit wordt nog verder onderzocht. 

Kan ik er zelf iets tegen doen?

Het is niet makkelijk om te horen dat je de ziekte van Parkinson hebt. Je wordt niet meer beter. De ziekte wordt steeds iets erger.

Toch kun je goed leren leven met de ziekte. Ook al gaan dingen niet zo makkelijk meer. Er zijn veel adviezen en behandelingen die kunnen helpen, zoals:

  • Beweeg elke dag minstens een half uur.
  • Maak je huis veilig, zodat je niet valt.
  • Zorg dat je een goed gewicht houdt. Eet genoeg en gezond.
    Val je af? Praat daar dan over met je arts. Die kan je naar een diëtist sturen.
  • Blijf werken zolang dat kan. Praat over je ziekte op je werk en met de bedrijfsarts.
  • Als je een partner hebt: praat over je relatie.

Meer hierover en andere adviezen vind je bij adviezen en behandelingen.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Spoed: Bel direct de huisarts of de huisartsen-spoedpost bij 1 of meer van deze klachten:

  • Je bent opeens heel erg in de war.
  • Je hoest veel en je ademt moeilijk.
    Je kunt een longontsteking hebben.
  • Je geeft steeds over en je buik is heel bol.

Bel direct het ziekenhuis waar je wordt behandeld bij deze klachten:

  • Je bent opeens erg stijf en hebt koorts. 

Maak een afspraak met de neuroloog bij 1 of meer van deze problemen:

  • Je hebt bijwerkingen van de medicijnen.
  • Je merkt dat de medicijnen minder goed gaan werken.
  • De klachten van de ziekte van Parkinson worden erger.
  • Er komen klachten bij, zoals steeds dingen vergeten, of erg somber of angstig zijn.
  • Je gaat dingen doen die je vroeger nooit zou doen. Je gaat bijvoorbeeld veel gokken. Of je gaat heel veel eten en je kunt niet meer stoppen. Of je koopt dingen die je helemaal niet kunt betalen. Of je hebt heel veel zin in seks.

Maak een afspraak met je huisarts in deze situaties:

  • Je hebt vragen over meer zorg. Omdat je bijvoorbeeld minder goed voor jezelf kunt zorgen.
  • Je hebt problemen met je partner door de ziekte van Parkinson.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Levodopa met enzymremmer
Levodopa is het sterkst werkzame geneesmiddel bij de ziekte van Parkinson. Levodopa wordt omgezet in dopamine en vult zo het tekort aan dopamine in de hersenen aan. Het middel zorgt ervoor dat u zich minder stijf voelt en zich beter kunt bewegen. Enzymremmers worden toegevoegd om te voorkomen dat levopdopa al in de maag en het bloed wordt omgezet in dopamine, zo komt er meer levodopa in de hersenen terecht.
Voorbeelden van enzymremmers zijn benserazide, carbidopa, entacapone en tolcapon.

Apomorfine
Apomorfine verbetert de werking van levodopa, het middel dat het meest wordt gebruikt bij de ziekte van Parkinson. De arts zal apomorfine voorschrijven als levodopa of andere middelen niet meer voldoende werken of als er sprake is van perioden waarin men zich niet kan bewegen (`off`-perioden).

Dopamineagonisten
De dopamineagonisten werken als dopamine, waar een tekort aan is in de hersenen. Symptomen als het niet kunnen bewegen en stijfheid nemen hierdoor af. Deze middelen worden toegepast in het beginstadium van de ziekte en als aanvullende therapie bij levodopa, wanneer het effect van levodopa onvoorspelbaar is of uitblijft (‘on-/off’-fluctuaties).
Voorbeelden zijn pramipexol en ropinirol. Bromocriptine en cabergoline worden nauwelijks nog voorgeschreven bij de ziekte van Parkinson.

MAO-B-remmers
Monoamineoxidase-B (MAO-B) remmen de afbraak van dopamine in de hersenen. Hierdoor wordt de hoeveelheid dopamine in de hersenen verhoogd en nemen de Parkinsonsymptomen af.
Voorbeelden zijn safinamide, selegiline en rasagiline.

Amantadine
Hoe amantadine werkt bij de ziekte van Parkinson is nog niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat het dopamineachtige eigenschappen heeft. Het effect is voornamelijk te zien in een afname van de stijfheid en het beter kunnen bewegen.

Parasympaticolytica
Deze middelen verminderen de activiteit van zenuwen, onder andere zenuwen die verantwoordelijk zijn voor de aansturing van spieren. Hierdoor vermindert de overmatige spierspanning en zullen trillen, beven en stijfheid afnemen.
Voorbeelden zijn biperideen, dexetimide, orfenadrine en trihexyfenidyl.